Michel Couvreur

Schotse whisky en Clearach zoals hij meer dan honderd jaar geleden gesmaakt zou kunnen hebben, bij voorkeur met opvoeding op eersteklas V.O.R.S (30y) Amontillado, Oloroso en Pedro Ximenez vaten.

Vlakbij Beaune begon Michel Couvreur, een Belgische Bourgogne kenner, whisky op te voeden op de manier zoals grote Bourgognes gemaakt worden, met geduld, kennis en begrip voor de natuur. Michel is inmiddels niet meer onder ons, maar zijn familie en medewerkers blijven volledig trouw aan zijn idee. Toen hij in Schotland bourgognewijn verhandelde in 1951, kwam hij in aanraking met Captain Ian Tennant van The Glenlivet destilleerderij die even enthousiast was over zijn wijn als over zijn whisky. Hier maakte hij kennis met Whisky uit het Victoriaanse tijdperk (1850/1870).

Dit resulteerde in een 25jarige studie naar de magie van deze oude stijl van Whisky maken. Tijdens zijn studie naar het rijpen van whisky in gebruikte sherry vaten, legt hij de connectie dat de mooiste whisky uit sherry vaten komt die een minimum van vijfentwintig jaar voor de sherry productie in gebruik waren. Dit gaat ten dele ook op voor Vin Jaune, Montilla Morilles en portvaten. 

De sherry's worden geproefd en de vaten die de mooiste sherry's opleveren worden vol gekocht om de whisky's op te lageren. Zo wordt de Sherry als restproduct verkocht zodat op de dag dat de vaten van sherry ontdaan worden direct de whisky in de vaten gedaan wordt. Droge vaten geven meer bittere aroma's.

Dit levert volgens Michel de perfecte osmose tussen de amandeltonen van het graan en de nootachtige aroma’s die het sherryvat prijsgeeft.

Het gebruik van bourbon vaten sinds de 70er jaren ziet hij als een tragedie die de essentie van whisky onbevredigend veranderd heeft.

Bij het te gebruiken graan ligt de voorkeur voor oergraan als spelt, waar men vervolgens bier van brouwt en laat destilleren op de Orkney eilanden in het uiterste noorden van Schotland. Verder worden vaten gekocht bij een aantal traditioneel werkende whiskystokerijen. Mogelijk onder andere van Edradour en Glenlivet, hetgeen niet bevestigd wordt door Couvreur.

Het water afkomstig uit Loch Katrine, gebruikt hij om zijn whisky op drinksterkte te brengen. De whisky rijpt gedeeltelijk in Schotland en gedeeltelijk in Frankrijk.

Met een minuscule productie van 50 000 flessen per jaar, is Couvreur de laatste der Mohikanen die een volledig artisanale whiskytraditie in ere houdt. Het old-style resultaat kunnen slechts weinig Schotse distilleries evenaren.

Geen gebruik van karamel, koude-filtering, klaring en suiker, waardoor de whisky zoals vanouds niet geheel helder is, en bij koude temperaturen zelfs tijdelijk blind kan slaan. Gelijk wijn groeien veel van zijn whisky's in het glas; het verdient aanbeveling ze minimaal 15 minuten voor het degusteren in te schenken. 

Rijke, complexe whisky’s die ook verwende cognacliefhebbers kunnen overtuigen.
Noblesse oblige, mais noblesse s'excalte!!!